Camerabespreking:

Nikon D 90

voorkant1

Voorkant camera

  1. Knop – : inzoomen en weergave: Hiermee kan je verder inzoomen en verplaats je de foto zodat je de foto duidelijker kan bekijken op ruis, beweging, enz. …Beeldkwaliteit/beeldformaat: hiermee bepaal je in welk bestand Nef,jpg,raw je wilt opslaan en in welke resolutie S- 2144×1424 M- 3216×2136 L- 4288×2848 hoe kleiner de data hoe minder data kunnen worden opgeslagen maar hoe meer er kan worden opgeslagen. Naarmate de resolutie kleiner word, neemt de weergave kwaliteit af
  2. Knop +/- : miniaturen/uitzoemen op weergaveknop: ISO gevoeligheids knop = ISO gevoeligheid knop: zo kan je de ISO aanpassen met een draai aan de hoofdinstelschijf totdat de gewenste instelling wordt weergegeven in het bedieningspaneel of de zoeker.Hiermee kan je de foto verkleinen en komt de foto in kalenderweergave te staan zodat je kan zien wanneer de foto gemaakt is. 
  3. ?/sleutel : Met deze knop kan je de genomen foto’s beveiligen tegen het verwijderen                                                                                                                         WB : Witbalans knop hiermee kan je het witbalans aanpassen je drukt op de knop en draai aan aan het hoofdinstelschijf zo kom je aan de gewenste instellingen, dat word weergegeven in de bedieningspaneel bovenaan de camera .
  4. Menu knop : De meeste weergave en insteloptie zijn toegankelijk via de camera menu’s. Hiermee kan je alles aanpassen in de camera en word het aangegeven in de monitor van de camera en kan je via Multi-selector ( 12) knop door de menu’s gaan.
  5. Weergave knop: Door een druk op de knop kan je een schermvullende weergaven van de laatste genomen foto herbekijken in de monitor en die blijft enkele seconden te zien.
  6. Vuilbakje: Voor als je een foto wil wissen die in de monitor word weergegeven, druk je op de knop dan volgt er nog een ok om te bevestigen.
  7. Zoekeroculair: kan je een foto kadreren, en kan je ook bepaalde instellingen zien zoals diafragma,sluitertijd,BKT schepselaanduiding, aantal resterende opnames enz…
  8. Dioptrieregelaar: zoekerbeeldscherpte aanpassen: Met het wiel voor de dioptrie-instelling past u de beeldscherpte van de zoekerbeeld aan uw gezichtsvermogen aan.
  9.  AEL/AF-L knop: Scherpstelvergrendeling je kan de scherpstelling gebruiken om de in beeld gebrachte onderwerpen te wijzigen nadat u hebt scherpgesteld.Op deze manier kunt u scherpstellen op een onderwerp dat zich in de uiteindelijke compositie niet is een scherpstelpunt bevind.Als de camera niet kan scherpstellen met de autofocus kunt u ook scherpstellen op een ander onderwerp op de zelfde afstand om vervolgens scherpstelvergrendeling te gebruiken om de compositie van de foto aan te passen.
  10.   Hoofdinstelschijf: Met de hoofdinstelschijf past u in de opnamestand en M en S de sluitertijden aan.In de belichtingsstand selecteert u met de hoofdinstelschijf een andere combinatie van diafragma en sluitertijd. In combinatie met andere knoppen kunt u met de achterste instelschijf uiteenlopende optie aanpassen en selecteren .
  11.  Livebeeldschakelaar: 1-  met de knop LV schakelt u over naar live View-mode(livebeeld) waarbij het onderwerp op het LCD scherm te zien is.Tijdens het livebeeld kan de lichtmeter niet gewijzigd worden.In deze stand kan je ook foto’s maken maar is niet zo aangewezen2- Om een film op te nemen of filmopname te stoppen druk je in de Live-View-modus op de knop ok .De spiegel wordt opgeklapt en het beeld dat zichtbaar is door het objectief, word weergegeven op de monitor in plaats van in de zoeker
  12. Multi-selector: Met deze knop kan navigeren in het menu info (16), Door een druk op het menu en dan met de cursus van links en rechts en van boven naar onder te gaan, een opname te selecteren in de weergavemodus en om het gewenste scherpstelpunt voor een opname te kiezen.
  13. Vergrendeling scherpstelknop: Bevindt deze schakelaar zich in de positie L, dan kan het geselecteerde scherpstelpunt niet gewijzigd worden.om een bepaald scherpstelpunt vast te leggen voor de enkelpunt autofocus AF-S of de dynamische autofocus AF-C, maar ook 3D-tracking(11punten), zet de schakelaar dan in de stand L. Welke selectie van het scherpstelpunt u wenst, legt je vast in de persoonlijke instelling A1 AF- veldstand.
  14. Dit lampje gaat branden als de camera gebruikt maakt van de geheugenkaart.
  15. OK knop: dient om de gemarkeerde items te bevestigen.
  16. Info knop: wordt de opname-informatie op de monitor getoond.De opties die daarbij in de onderste balk worden getoond,kunnen met de multiselector geselecteerd worden nadat u nogmaals op de knop info hebt gedrukt.met de OK kan een geselecteerde optie opgeroepen worden en gewijzigd worden.
  17. Met dit scherm kan je foto en informatie bekijken.

Achterkant :

achterkant2  0linkerachterkant.

18 – Flitsstand knop / flitscorrectie knop: Met de knop Flitsstand klapt u de ingebouwde flitser open en past u de flitscorrectie aan.In de standen P, S, A, M klapt u de flitser open met de knop flitsstand.De cameraflitser klapt automatisch open in standen Automatisch, portret, close-up, en nachtportret.de flitscorrectie kan ingesteld worden tussen -3LWen +1LW in stappen van 1/3 LW.                                                   19BKT (bracketing) knop : Bracketing varieert de automatische belichting,Flitssterkte;Actieve D-Lichting Met de belichtingsreeksen maakt u na elkaar meerdere opnamen waarvan de belichtingsinstellingen variëren .Het aantal opnamen (2 of 3) stelt u inmet de BKT –knop en de achterste instelschijf Het meeste bekende voorbeeld daarin is wel de sneeuw. Het is zo licht en helder dat de het camera in verwarring brengt. De lichtmeter ‘denkt’ dat er teveel licht in beeld is terwijl dat in werkelijkheid niet het geval is. Maar het resultaat is dat de camera zal onderbelichten waardoor je uiteindelijk met een grijze sneeuwfoto achterblijft. En dat is natuurlijk niet de bedoeling.  Heb je dat niet, dan zul je met behulp van de Belichtingscompensatieknop handmatig moeten plussen en minnen. Gebruik je de Diafragmavoorkeuze (A of Av) dan zal de camera compenseren in de sluitertijd. Gebruik je de Sluitertijdvoorkeuze (S of Tv) dan zal de camera compenseren in het diafragma. Fotografeer je in de Manuele stand, dan kun je zelf bepalen waar je compenseert.                                                                                                                                                  20Infraroodontvanger: Dit is voor afstandsbediening voor camera .                         21 – Objectiefvergrendeling : Voor het verwijderen van objectieven.                           22AF- standknop : scherpstellen kan je automatisch of handmatig. De gebruiker kan ook scherpstelpunt voor automatisch of handmatig scherpstellen selecteren met behulp van de scherpstelvergrendeling om de compositie van een foto na het scherpstellen te wijzigen .                                                                                                                          23 – AF- Hulpverlichting : gaat branden wanneer er weinig licht is . deze optie is beschikbaar in alle opnamestanden.                                                                                                           –  Zelfontspannerlampje:    Druk  de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de ontspanknop vervolgens helemaal in om zelfontspanner te starten.                            – Rodeogenreductie :  Voor portretten. het lampje voor de rode-ogenreductie brandt circa één seconde voor de flitser en voorkomt zo ”rode ogen” .                                     24 – Fn knop: deze knop zorgt het vergrendelen van verschillende instellingen bvb scherpstelling, flitswaarde belichting.                                                                              25 – Secundaire instelschijf: word allen gebruik of in combinatie met de andere besturingen om zo verschillende instellingen aan te passen. bvb diafragma, beeldformaat, bracketing, AF veldafstand, fijn afstelling witbalans,flitscorrectie                                                                                                                                                   26-Voorbeeldknop scherptediepte: hou het scherptediepteknop ingedrukt om de effecten van diafragma vooraf te bekijken.het objectief stopt bij de diafragmawaarde die is geselecteerd door de camera(standen P en S ) of bij waarde die is gekozen door de gebruiker (standen A en M ) zodat u de scherptediepte vooraf in de zoeker kunt bekijken.

Bovenkant Camera

af bovenkant

26 – keuzeknop

P = Automatische programma : In deze opname stand past de camera de sluitertijd en diafragma automatisch aan.

= S : Sluitertijdvoorkeuze : kiest u zelf voor de sluitertijd met behulp van de hoofd instelschijf waarbij de camera de diafragma zelf instelt. Er kan een sluitertijd in gesteld worden van 1/8000 – 30, bulb sec.

= A : Diafragmavoorkeuze : kiest u zelf het diafragma door aan de secundair instelschijf te draaien. De camera stelt zelf de bijhorende sluitertijd in.De maximale en minimale diafragmaopening hangt af van het objectief dat u gebruikt.

= M : De sluitertijd :  en het diafragma worden in de opnamestand zelf ingesteld. In deze stand is ook de BULB stand mogelijk om zeer lange sluitertijden te kiezen, daarbij blijft de sluiter net zolang geopend als de ontspanknop ingedrukt wordt. In deze stand kan je de belichtingscorrectie niet gebruiken omdat dit de waarde verandert zonder dat dit invloed heeft op de instelling.

= AUTO : Automatisch : Deze knop is eigenlijk bedoeld voor de niet ervaren fotograaf bedoeld omdat je in deze stand niets kan veranderen. De camera beslist over alles zoals sluitertijd, diafragma, zoals ook de flitser die aan gaat als het te donker is.

= Standknop Flitser: Met deze knop zet je de flitser uit met dezelfde instellingen als AUTO stand .                                                                                                                                                                                                                                                         = Standknop Scene:  De camera biedt verschillende onderwerpen aan. Dit is de zelfde stand zoals AUTO maar dan gerichter naar een bepaald onderwerp . Zoals portret, landschap, kinderen, sport, close-up, nachtportret, nachtlandschap, party/binnen, strand: sneeuw, zonsondergang, schemering, dierenportret, kaarslicht                                                                                                                                           28 – Ingebouwde flitser: Gebruik van ingebouwde flitser is niet alleen bedoeld voor onvoldoend licht maar ook voor het opvullen van schaduw en onderwerpen met tegenlicht of om een oogreflectie aan de ogen van het onderwerp toe te voegen.De flitser zorgt voor een fractie van een seconde voor een lichtflits. De flitser is gesynchroniseerd met de sluiter: dit wil zeggen dat de lamp zijn licht net geeft wanneer de sluiter open is, zodat de foto bijgelicht wordt. De meeste toestellen zijn tegenwoordig uitgerust met een rode-ogen-functie: om rode ogen te vermijden geeft de flitser enkele voorflitsen voor de eigenlijke foto getrokken wordt. Op die manier krijgen de oogpupillen de kans om samen te trekken, en is de kans op rode ogen kleiner.

29 – Lichtmeting :  Deze knop kan men drie metingen uitvoeren afhankelijk van de situatie . de lichtmeetmethode bepaalt hoe de camera de belichting insteld               Spot meting : Meet de camera een cirkel met een diameter van 3.5mm in het midden van het huidige scherpstelpunt. Welke scherpstelpunt u gebruikt voor de lichtmeting, stelt u in met de multiselector. U heb daar de keuze uit 11 scherpstelpunten. Het actieve scherpstelpunt word gebruikt voor de licht meting en dat zie je aan de roden punt. Centrumgericht meting: Meet de camera het gehele beeld maar wijst het grootste gewicht toe aan het cirkelvorming gebied in het midden van het beeld meteen diameter van 8mm.Bij de persoonlijke instellingen kan men dit gebied nog veranderen. Matrixmeting : Word het licht vrijwel het gehele beeldbereik in de camera gemeten. Deze lichtmeting levert meestal goede resultaten op.Gebruik deze lichtmeting niet samen met de belichtingsvergrendeling (AE) en de belichtingscorrectie.

30- Hoofdschakelaar: Met een draai kan je het toestel aan/uit zetten.

31- Ontspanknop: Met een druk op de ontspanknop kan je scherpstellen, de actieve scherpstelpunt wordt weergegeven. Als het donker is kan het zijn dat de flitser openklapt en kan het zijn dat de Afhelpverlichting aan gaat.

32 – Belichtingscorrectie knop: Via de belichtingscorrectie kan je de door de camera de geselecteerde belichtingwaarde gewijzigd worden om foto’s lichter of donker te maken. dit kan je best in de combinatie met centrumgerichte meting of spotmeting.je kan kiezen tussen -5LW (onderbelichting) en+5LW (overbelichting) in stappen van 1/3 LW

33 – Ontspanknop: Met een druk op de ontspanknop kan je scherpstellen, de actieve scherpstelpunt wordt weergegeven. Als het donker is kan het zijn dat de flitser openklapt en kan het zijn dat de Afhelpverlichting aan gaat.

34 – Reset knop : u kan de standaardwaarden van de hieronder vermelde camera- instellingen herstellen door de knop +/-  en AF meer dan twee seconden tegelijk ingedrukt te houden. het LCD venster word kort uitgeschakeld terwijl de instellingen worden teruggezet .

voorkant links

35 – Ingebouwde flitser: Gebruik van ingebouwde flitser is niet alleen bedoeld voor onvoldoend licht maar ook voor het opvullen van schaduw en onderwerpen met tegenlicht of om een oogreflectie aan de ogen van het onderwerp toe te voegen.De flitser zorgt voor een fractie van een seconde voor een lichtflits. De flitser is gesynchroniseerd met de sluiter: dit wil zeggen dat de lamp zijn licht net geeft wanneer de sluiter open is, zodat de foto bijgelicht wordt. De meeste toestellen zijn tegenwoordig uitgerust met een rode-ogen-functie: om rode ogen te vermijden geeft de flitser enkele voorflitsen voor de eigenlijke foto getrokken wordt. Op die manier krijgen de oogpupillen de kans om samen te trekken, en is de kans op rode ogen kleiner.

rechterzijkant

36- Geheugenkaartgleuf : De camera is voorzien van een gleuf voor het inbrengen van een geheugenkaart .

37 – Luidspreker : Voor opnamens met de filmcamera .

38 – Geheugenkaart : Het word aangeraden om kaarten van goede kwaliteit te gebruiken. Om films op te nemen kan je best kaarten met een hoge schrijfsnelheid gebruiken . De verschillende kaarten zijn compactflach en Secure Digital(SD).Daarnaast vind je ook nog XD-Picture card en Memory stick(MS)

onderkantt

39 – batterijvak : Voor het plaatsen van een batterij .

40 – Statief aansluiting:

41 – Enkel Batterij : Een batterij met aansluit punten om contact te maken met de camera .

linkerzijkant

42 – Gelijkstroomaansluiting voor optioneel lichtnetadapter

43 – USB Aansluiting : voor verbinding met de computer en printer .

44 – HDMI : de camera kan aangesloten worden met een High-definition apperaat zoals HD tv en HD monitor

45 – Video aansluiting

46 – Accerssoirs aansluiting : voor GPS of afstandsbediening .                         

Plaats een reactie